De relatie met de omwonenden van mijnbouwactiviteiten met mijnbouwbedrijven en de overheid is in de loop van de tijd steeds belangrijker geworden. Omwonenden maken zich soms zorgen over de effecten daarvan, zeker na de aardbevingen in Groningen. In de Kamerbrief van 30 mei 2018 over de rol van gaswinning uit kleine gasvelden in de energietransitie gaat minister Wiebes in op de betrokkenheid van de omgeving.
Met het oog op de veiligheid van burgers is de Mijnbouwwet per 1 januari 2017 gewijzigd, waarmee er in de besluitvorming nu meer expliciete aandacht voor dit onderwerp is gekomen. Bijvoorbeeld door de verplichting van een representatieve nulmeting aan gebouwen.
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft ook websites gemaakt om de burger beter te informeren. Deze websites zijn:
- Op de website voor mijnbouwvergunningen is informatie te vinden over mijnbouwactiviteiten en vergunningsprocedures; en
- Op deze webpagina van de Rijksoverheid is informatie te vinden over het beleid rond de gaswinning uit kleine velden en nut en noodzaak daarvan.
Tevens is informatie te vinden op het Nederlandse Olie en Gasportaal. Het Nederlandse Olie en Gasportaal geeft informatie over delfstoffen en aardwarmte in Nederland en over het Nederlands staatsgebied op zee (het continentaal plat). Doelstelling is om de door de rijksoverheid verstrekte informatie op dit gebied op eenvoudige en overzichtelijke wijze te ontsluiten. Het portaal wordt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat beheerd door TNO - Geologische Dienst Nederland.
Ook de mijnbouwsector zelf heeft vanwege de lokale onrust rond diverse gaswinningsprojecten nagedacht over het beter betrekken van de omgeving. Dit na gesprekken met onder andere gemeenten, provincies, maatschappelijke organisaties, waterbedrijven, waterschappen, kennisinstellingen en buurtorganisaties. Dit heeft geleid tot de door de sector opgestelde Gedragscode ‘gaswinning kleine velden’. Onderdeel hiervan is dat de betreffende mijnbouwonderneming in de investeringsfase, ter compensatie van de ervaren overlast, middelen ter beschikking stelt ten behoeve van de lokale omgeving. Hiervoor wordt door de mijnbouwonderneming per project met de belanghebbenden een projectafstemmingsprogramma opgesteld. De minister wil op basis van de evaluatie van deze gedragscode van de sector, die medio 2018 is afgerond, beoordelen of dit beter moet. NOGEPA heeft in de periode eind 2018 tot begin 2019 een evaluatieronde uitgevoerd. met behulp van omwonenden, belangengroepen en gemeentes. Naar aanleiding hiervan is de gedragscode herzien. Zowel Energie Beheer Nederland (EBN) als het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat hebben met deze nieuwe versie van de gedragscode ingestemd. Voor meer informatie, klik hier.
Maatschappelijke uitgaven
Vrijwillige uitgaven
In Nederland zijn mijnbouwbedrijven niet wettelijk of contractueel verplicht sociale bestedingen (contant of in natura) te doen. Mijnbouwbedrijven in Nederland doen dit vrijwillig, onder meer door kennis en middelen in te zetten ten behoeve van lokale (burger- en dorps-)initiatieven. Bijvoorbeeld op basis van thema’s als werkgelegenheid, educatie, leefbaarheid en duurzaamheid.
De opgave van sociale betalingen maakt onderdeel uit van de opbrengsten en reconciliatie in het jaarlijkse NL-EITI rapport. Voor 2018 is deze te vinden in paragraaf 5.2.6 (pagina 64) van het NL-EITI rapport 2018.
Quasi-fiscale uitgaven
Er zijn in Nederland geen quasi-fiscale uitgaven van staatsbedrijven buiten de nationale begroting om, zoals voor sociale voorzieningen of publieke infrastructuur.