Regelgeving
De regelgeving (wettelijk kader) voor de mijnbouwindustrie in Nederland is vooral belegd in de Mijnbouwwet, het Mijnbouwbesluit en de mijnbouwregeling.
Op bovenstaande pagina's kunt u verder lezen over hoe het proces van vergunningverlening is ingericht en het fiscale regime in Nederland voor de mijnbouwindustrie. Ook leest u meer over het onderwerp contracttransparantie en uiteindelijke berlanghebbende (ultimate beneficial owner).
Wettelijk kader
Het wettelijk kader voor de mijnbouwindustrie is in Nederland vastgelegd in:
• de Mijnbouwwet ;
• het Mijnbouwbesluit ; en
De Mijnbouwwet is een Nederlandse wet van 1 januari 2003, die de Mijnwet 1810, de Mijnwet 1903, de Wet opsporing delfstoffen en de Mijnwet continentaal plat heeft vervangen. De Mijnbouwwet integreerde deze wetten in één wet, die zowel voor het Nederlands territoir (op land) als voor het Nederlands deel van het continentaal plat (op zee) geldt.
In de Mijnbouwwet staan de regels voor het onderzoek naar en de opsporing en winning van delfstoffen en aardwarmte. Ook staan er regels in voor de opslag van delfstoffen en aan de mijnbouw verwante activiteiten. De Mijnbouwwet richt zich op de delfstoffen aardgas, aardolie en zout, voor zover de activiteiten plaatsvinden op een diepte van meer dan 100 meter beneden de oppervlakte van de aardbodem. Voor aardwarmte geldt de Mijnbouwwet voor zover de activiteiten plaatsvinden op een diepte van meer dan 500 meter beneden de oppervlakte van de aardbodem.
Naast het wettelijk kader van de Mijnbouwwet heeft de industrie te maken met andere wetgeving en algemene maatregelen van bestuur. Bijvoorbeeld uitvoeringsmaatregelingen op het gebied van o.a. omgeving, ruimtelijke ordening, milieu, natuur, water, externe veiligheid.
Kijk voor een overzicht van de wetgeving van de mijnbouwindustrie en de actuele links naar deze wetgeving op het Nederlandse Olie & Gasportaal.